Niet alle oefeningen uit de cursus staan hieronder, maar een aantal wel.
Geef de hond dan de zoekopdracht. Strooi meerdere brokjes in het gras en zeg duidelijk: ‘zoek’. Oefen deze zoekopdracht ook regelmatig thuis in de tuin. Zo herkent hij de oefening en het commando ‘zoek’. Door de hond te laten snuffelen haal je zijn aandacht weg van de naderde prikkel en spreek je hem aan op zijn voornaamste zintuig: het reukorgaan. Wanneer de brokjes op zijn zeg je: ‘kijk’ en maak je oogcontact (verbinding). Strooi dan weer een hand vol brokjes en geef opnieuw het commando ‘zoek’.
Deze oefening is enorm effectief en krachtig, vergis je hier niet in. Ga de komende weken je hond 3-4 keer per week de zoekopdracht geven. Doe dit in het begin nog zonder afleiding. Na een week geef je de zoekopdracht als er op afstand een afleiding aankomt. Zorg ervoor dat je de prikkel niet te dicht bij laat komen voordat je begint. Bouw deze oefening in stapjes op. Zorg voor succeservaringen!
Raakt jouw hond al helemaal opgewonden in huis als jij met hem wil gaan wandelen? Doe dan de volgende oefening:
Gedurende de dag / avond doe je het tuigje (of riem) meerdere malen om bij de hond. Wacht even (soms 10 sec soms 2 minuten) en doe het tuigje weer af. Drink een kopje thee of ga iets doen en doe het tuigje af of om. Doel: het tuigje heeft nu de associatie: we gaan wandelen. De hond schiet hoog in zijn opwinding. Je wilt de wandeling starten met géén of een lage opwinding. Geef de hond een 2de associatie van het tuigje: bv baasje drinkt thee als ik het tuigje om krijg. Of, er gebeurt niks als ik het tuigje om krijg. (hoofdstuk 6.6)
Ga gedurende één week de lichaamstaal van je hond observeren. Wat valt je op? Elke keer als hij een gedragssignaal toont mag je jezelf 3 vragen stellen:
Noteer je antwoorden op een blaadje zodat je later kan zien welke signalen de voorkeur hebben van jouw hond én welke signalen hij juist wel of niet inzet in bepaalde situaties.
Tip: print deze 3 vragen uit inclusief de onderstaande 2 plaatjes van gedragssignalen. Plak deze op de koelkast en ga je hond observeren. Hoe communiceert jouw hond?
In hoofdstuk 6.5 leg ik deze oefening uit. Als je graag wilt dat de hond netjes aan de lijn loopt dan is het ook belangrijk dat de hond jou los van de riem zal volgen.
Blijf altijd letten op veranderingen in de gemoedstoestand van je hond. Zorg ervoor dat je nog op tijd verbinding met hem maakt om gedrag bij te sturen. Boven een opwindingslevel van 5 wordt contact maken met je hond een stuk moeilijker met als gevolg dat mogelijk ongewenst gedrag laat zien zoals uitvallen en/of ongehoorzaamheid.