Samenvatting van oefeningen Copy Copy

Niet alle oefeningen uit de cursus staan hieronder, maar  een aantal wel.

Oefening: De zoekopdracht

  1. Reageert je hond heel fel op de deurbel en wil je hem uit deze reactie halen? Dan is de zoekopdracht geschikt om zijn reukorgaan het over te laten nemen. Strooi brokjes in zijn mand.
  2. Kom je in een situatie dat je hond in een keer weg kan schieten en is de spanning bij je hond te hoog voor het geluidssignaal?
  3. Word je overvallen door een andere hond of een afleiding en kun je de afstand niet vergroten?

Geef de hond dan de zoekopdracht. Strooi meerdere brokjes in het gras en zeg duidelijk: ‘zoek’. Oefen deze zoekopdracht ook regelmatig thuis in de tuin. Zo herkent hij de oefening en het commando ‘zoek’. Door de hond te laten snuffelen haal je zijn aandacht weg van de naderde prikkel en spreek je hem aan op zijn voornaamste zintuig: het reukorgaan. Wanneer de brokjes op zijn zeg je: ‘kijk’ en maak je oogcontact (verbinding). Strooi dan weer een hand vol brokjes en geef opnieuw het commando ‘zoek’.

Deze oefening is enorm effectief en krachtig, vergis je hier niet in. Ga de komende weken je hond 3-4 keer per week de zoekopdracht geven. Doe dit in het begin nog zonder afleiding. Na een week geef je de zoekopdracht als er op afstand een afleiding aankomt. Zorg ervoor dat je de prikkel niet te dicht bij laat komen voordat je begint. Bouw deze oefening in stapjes op. Zorg voor succeservaringen!

Oefening riem / tuigje

Raakt jouw hond al helemaal opgewonden in huis als jij met hem wil gaan wandelen? Doe dan de volgende oefening:
Gedurende de dag / avond doe je het tuigje (of riem) meerdere malen om bij de hond. Wacht even (soms 10 sec soms 2 minuten) en doe het tuigje weer af. Drink een kopje thee of ga iets doen en doe het tuigje af of om. Doel: het tuigje heeft nu de associatie: we gaan wandelen. De hond schiet hoog in zijn opwinding. Je wilt de wandeling starten met géén of een lage opwinding. Geef de hond een 2de associatie van het tuigje: bv baasje drinkt thee als ik het tuigje om krijg. Of, er gebeurt niks als ik het tuigje om krijg. (hoofdstuk 6.6)

 Oefening Impulscontrole

Impulscontrole met voer

Oefening: Ken je hond

Ga gedurende één week de lichaamstaal van je hond observeren. Wat valt je op? Elke keer als hij een gedragssignaal toont mag je jezelf 3 vragen stellen:

  1. Welk gedragssignaal zie ik? Bv. tongelen, krabben, gapen, wegkijken etc….
  2. Wat is de situatie waarin de hond zich bevindt?
  3. Wat denk jij dat hij wil uiten met zijn gedragssignaal?

Noteer je antwoorden op een blaadje zodat je later kan zien welke signalen de voorkeur hebben van jouw hond én welke signalen hij juist wel of niet inzet in bepaalde situaties.

Tip: print deze 3 vragen uit inclusief de onderstaande 2 plaatjes van gedragssignalen. Plak deze op de koelkast en ga je hond observeren. Hoe communiceert jouw hond?

Oefening: Het geluidssignaal aanleren

Oefening Geluidssignaal bij Katya

9. Geluidssignaal bij Belle

Oefening los volgen

In hoofdstuk 6.5 leg ik deze oefening uit. Als je graag wilt dat de hond netjes aan de lijn loopt dan is het ook belangrijk dat de hond jou los van de riem zal volgen.

Zorg dat je de allerleukste bent! De hond mag jou volgen, niet andersom!

Oefening keuzes maken

 

Oefening De juiste timing

Blijf altijd letten op veranderingen in de gemoedstoestand van je hond. Zorg ervoor dat je nog op tijd verbinding met hem maakt om gedrag bij te sturen. Boven een opwindingslevel van 5 wordt contact maken met je hond een stuk moeilijker met als gevolg dat mogelijk ongewenst gedrag laat zien zoals uitvallen en/of ongehoorzaamheid.

Opspringen afleren

De stressemmer

 

Privacy Preference Center